We leven in een wereld vol kleuren, doch deze kleuren komen niet altijd even goed tot zijn recht. Om die reden hebben fotografen vaak een voorkeur om kleurenfoto’s alleen te maken wanneer de lichtomstandigheden gunstig zijn. Vaak is dit vroeg in de morgen of de late namiddag en vooravond.
Het felle zonlicht met vaak uitgesproken schaduwpartijen zorgen in een kleurenfoto vaak tot uitgebeten en kleurloze vlakken. Op een bewolkte dag met een egaal grijze lucht, lijkt het alsof alle kleuren en dus ook alle leven, uit een kleurenfoto doen verdwijnen.
Dit zijn nu net de ideale momenten om de overstap te maken naar het maken van zwart-wit opnames. Voor zwart-wit foto’s zijn drie elementen van cruciaal belang:
- Vorm
- Structuur
- Contrast
Vorm:
Dit is quasi synoniem voor “onderwerp” dat we gaan fotograferen. Een gebouw, een persoon, een boom, een voorwerp, ja zelfs een landschap kan voor vormen zorgen in onze foto.
Structuur:
Alles wat geen glad oppervlak heeft, bezit per definitie een structuur. Structuren werpen per definitie schaduwen en die geven aanleiding tot contrast (zie onder). Denk bijvoorbeeld aan uit wissen gevlochten mand, een karrenspoor in vochtige aarde of de ruwe schors van een oude boom.
Contrast:
Dit ontstaat door de schakering van witte en zwarte partijen in combinatie met een aantal grijstinten. Herinner u wat ik hierboven schreef over het harde zonlicht en de schaduwen en de vale kleuren onder een grijze hemel. Deze geven dus juist wat we nodig hebben om het contrast te bekomen in onze zwart-wit foto’s.
Picpholio Nature Photography 